Nationaal Museum van de Speelkaart

Nationaal Museum van de Speelkaart

In 1826 zette Philip Jacobus Brepols Turnhout op de wereldkaart. Hij drukte de eerste speelkaarten en zette zo onbedoeld een hele industrie in gang. Turnhout werd één van de belangrijkste producenten in de wereld. Dat verdiende in 1969 een Nationaal Museum van de Speelkaart.

Wat voorafging…

De idee om 'iets' rond speelkaarten te doen. Maar was daar wel effectief belangstelling voor? Een tentoonstelling in de hal van het stadhuis was de test. Een overdonderende publieke opkomst het resultaat. Op 24 oktober 1965 opende de toenmalige minister van cultuur, Frans Van Mechelen, het Nationaal Museum van de Speelkaart.

De evolutie in kaart gebracht

De bezoekersaantallen bleven groeien. Daardoor besloot het stadsbestuur om het succesvolle museum verder uit te bouwen. Je ontdekt er de geschiedenis en het gebruik van de speelkaart. In het machinepark tonen authentieke drukpersen het productieproces. Blikvanger is een gigantische 19de-eeuwse stoommachine. Het Speelkaartenmuseum legt zijn troeven op tafel voor jou.

Bezoek het Speelkaartenmuseum

Je kunt het Speelkaartenmuseum individueel bezoeken. De tarieven vind je terug op de website van het museum. Voor slechts 7,50 euro koop je een combiticket waarmee je toegang krijgt tot de drie stedelijke musea (het Nationaal Museum van de Speelkaart, het Taxandriamuseum en het Begijnhofmuseum).

Ga je liever voor een totaalervaring? Boek een groepsbezoek en ontdek het museum onder leiding van een gids.